De frustraties van een hardloper: als je perfecte schoen verdwijnt
Waarom fabrikanten blijven sleutelen aan schoenen en hoe dat jouw loopplezier verstoort.
Er is een ongeschreven wet in de wereld van hardloopschoenen: net wanneer je eindelijk hét perfecte paar hebt gevonden, brengt de fabrikant een nieuw model uit dat totaal anders loopt. Alles wat goed voelde — de demping, de pasvorm, die perfecte balans tussen responsiviteit en comfort — lijkt plotsklaps verdwenen. Een lichte verandering in het schuim, een bredere zool, een ‘verbeterde’ bovenkant, en je mag opnieuw beginnen. Het voelt alsof een vertrouwde vriend zonder aankondiging een compleet nieuw persoon is geworden.
Mijn Nike Tempo Next%, liefkozend de tempobeukers genoemd. Deze favoriete schoentjes worden helaas niet meer geproduceerd. Een afscheid dat iedere hardloper begrijpt.
Waarom proberen fabrikanten iets dat goed werkt te verbeteren? Waarschijnlijk omdat ‘vernieuwing’ verkoopt. Een nieuw model suggereert vooruitgang, technologie, innovatie. Maar voor de gemiddelde loper — voor mij, voor jou — voelt het vaak meer als een achteruitgang. Wie heeft er ooit gezegd: “Weet je wat mijn schoenen nodig hebben? Nóg meer schuim, en een zool die eruitziet als een hovercraft?” Niemand.
Het voelt alsof een vertrouwde vriend zonder aankondiging een compleet nieuw persoon is geworden.
En dus begint de zoektocht opnieuw. En geloof me, het is zoeken naar een speld in een hooiberg. Hoeveel merken zijn er inmiddels? Hoka, Saucony, Asics, Nike, Adidas, Brooks, Salomon — de lijst gaat door. Elk merk heeft een dozijn modellen, elk met z’n eigen veelbelovende marketing. En net als je denkt dat je een potentieel nieuw paar hebt gevonden, ontdek je dat het vooral goed scoort bij mensen die over hun middenvoet landen of bij ultralopers die 200 kilometer per week maken. Maar wat als je, net als ik, gewoon een paar schoenen zoekt waarmee je fatsoenlijk een 10K trainingsloop door het bos kunt maken?
Dan is er nog het probleem van de oude schoenen. Wat doe je ermee? Recyclen klinkt duurzaam, maar de realiteit is vaak minder rooskleurig. Bewaren dan maar? Maar ja, hoeveel plek heb je eigenlijk in je kast? En wat als je een emotionele band hebt met die schoenen? Die PR’s, die zondagochtendduurlopen, die ene marathon waarin alles klopte — allemaal herinneringen die vastgekleefd zitten aan dat vertrapte stuk schuim en rubber. Het voelt bijna oneerbiedig om ze weg te doen. Dus blijven ze liggen. En nog een paar. En nog een.
Hoeveel schoenen heb je eigenlijk nodig? Officieel gaan hardloopschoenen zo’n 800 tot 1000 kilometer mee. Maar wie houdt dat precies bij? En wat als je schoenen hebt voor verschillende doeleinden — snelle intervallen, lange duurlopen, modderige trailruns? Het voelt al snel alsof je een schoenenrotatie moet beheren die complexer is dan de gemiddelde voetbalploeg.
Misschien is dat het meest frustrerende aan hardloopschoenen: ze maken je kwetsbaar. Ze confronteren je met je afhankelijkheid. De juiste schoen maakt een wereld van verschil, en toch voelt het alsof je steeds meer moet betalen voor steeds minder zekerheid. Maar dan, ergens tijdens een toevallige loopbandtest in een winkel of na uren scrollen door reviews, vind je die ene. Het nieuwe perfecte paar. Totdat het volgende model uitkomt, natuurlijk.